header kluizendok partners team onderzoek vooronderzoek situering archeologisch project Kluizendokproject home

Vooronderzoek

Methode
Vooraleer over te gaan tot het opgraven van een archeologische site moet nagegaan worden waar die zich kan bevinden. Dit gebeurt in het vooronderzoek. Deze is onder te verdelen in een fase archiefonderzoek en een fase terreinonderzoek. In het archief wordt aan de hand van kaartmateriaal en luchtfoto’s nagegaan waar er zich archeologische resten kunnen bevinden op de terreinen in kwestie. Vervolgens wordt overgegaan tot het vooronderzoek op het terrein. In een eerste etappe worden met een graafmachine lange sleuven getrokken. Ongeveer 1,80m breed en circa 50cm diep (tot op het niveau waarop de archeologische resten zichtbaar worden als verkleuringen in het zand). De sleuven worden op een tussenafstand van 15 à 20m, evenwijdig naast elkaar getrokken. Als er onduidelijkheden bestaan, of er is twijfel omtrent de perciese aard van aangetroffen sporen kunnen in een tweede etappe (kleine) extra vlakken worden bijgetrokken. Deze sleuven en vlakken functioneren als een soort kijkvenster dat archeologen toelaat om een evaluatie van het terrein op te maken. In de afgedekte beekgebieden wordt door middel van boringen het archeologische potentieel getest. Indien deze evaluatie positief is, wordt in functie van de bewaringstoestand en wetenschappelijke relevantie beslist om de in de testfase omschreven site ook daadwerkelijk op te graven. Dit gebeurt door vlakdekkende machinale afgraving.

Stand van zaken
Tot nu toe werd zo’n 100ha onderzocht door middel van proefsleuven en deels ook door het aanleggen van kijkvensters. Verschillende nederzettingskernen uit de Gallo-Romeinse periode kwamen hierbij aan het licht (zie onderzoek). Daarnaast werden ook aanwijzingen gevonden voor menselijke aanwezigheid op en rond ’t Zandeken in :
1. het Mesolithicum (vuurstenen artefacten en afslagen gevonden in ploeglaag en op het oppervlak)
2. het Laat-Neolithicum (geïsoleerde kuil in verstoorde omgeving)
3. de Late Bronstijd (aardewerk in windval)
4. de post-Middeleeuwen (aardewerk in ploeglaag

Vanaf half oktober gaat het proefsleuvenonderzoek opnieuw van start op de zone gelegen tussen de R4, de Hoogstraat en ’t Hultjen.